De armoedegrens voor een alleenstaande ligt op 1.085 euro per maand en voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen op 2.279 euro per maand. In België ontvangt 15,5% van de inwoners een inkomen onder de armoedegrens. Zonder de sociale zekerheid zou dat 27,5% zijn!
Veel mensen zijn genoodzaakt om op een gegeven ogenblik - en voor korte of langere tijd - hoofdzakelijk of uitsluitend van een sociale uitkering te leven of hebben een aanvullend inkomen nodig uit de sociale zekerheid om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen.
- Pensioenen: 1,6 miljoen mensen ontvangen een pensioen als loontrekkende werknemer.
- Werkloosheid: 673.000 personen, werklozen of werklozen met bedrijfstoeslag (bruggepensioneerden), ontvangen een werkloosheidsvergoeding.
Bijkomend ontvangen 323.000 werknemers een uitkering van de RVA (deeltijdse werknemers, tijdelijke werklozen,…). Zo’n 272.000 mensen ontvangen een RVA-uitkering in het kader van tijdskrediet.
- Kinderbijslag: toegekend aan 2,2 miljoen kinderen.
- Gezondheid: 321.573 mensen zijn ‘invalide’, dat wil zeggen al meer dan één jaar ziek op 31 december 2014. Het RIZIV (Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) vergoedde 37.317.997 ziektedagen in 2014.
Bovendien ontvangen ongeveer 758.000 mensen sociale bijstand (bijv. via OCMW) buiten de sociale verzekering. Dat aantal blijft de laatste jaren stijgen.